Bevordering van innovatie in digitalisering
In de FNS-partnerinterviews, laten we wekelijks een partner aan het woord. Onze partners geven inzicht in de ontwikkelingen en innovaties binnen hun organisatie en hun rol bij 6G Future Network Services.
In een snel veranderende digitale wereld blijft de ontwikkeling van geavanceerde communicatienetwerken cruciaal. ECP, het platform voor de informatiesamenleving, is een stichting die zich al 25 jaar inzet voor een verantwoorde digitale samenleving in Nederland. Tijdens een recent interview met Aldert de Jongste, projectleider bij ECP, werd duidelijk waarom de organisatie betrokken is bij het FNS-programma en hoe zij bijdragen aan de ontwikkeling van 6G-technologie.
Een platform voor innovatie
ECP heeft als doel de digitalisering van de samenleving te bevorderen door samenwerking te organiseren. Aldert werkt sinds 2016 bij ECP en legt uit: “Wij fungeren als platform waarin we samen met diverse publieke en private partners digitale vraagstukken op een verantwoorde manier begeleiden.” Dit betekent dat ECP zich niet alleen richt op technologische vooruitgang, maar ook op de randvoorwaarden die essentieel zijn voor verantwoorde ontwikkeling, implementatie en opschaling, zoals digitale veiligheid, vaardigheden en ethiek. Als stichting fungeert ECP als een neutrale partij, waardoor zij effectief het bedrijfsleven en de overheid aan tafel kan krijgen. Bekende programma’s waarbij ECP betrokken is, zijn onder andere de Nederlandse AI Coalitie, Digivaardig in de Zorg, Veiliginternetten.nl en Aanpak Begeleidingsethiek.
Voor ECP is deelname aan het FNS-programma een logische voortzetting van hun eerdere betrokkenheid bij infrastructuurprojecten, zoals de uitrol van glasvezel in buitengebieden en het 5G-innovatienetwerk. Aldert vertelt: “Innovatie in digitalisering stimuleren is altijd een belangrijk doel geweest voor ECP. Onze betrokkenheid bij het FNS-programma sluit perfect aan bij onze aanpak en ervaring.”
ECP en samenwerking
Binnen het FNS-programma richt ECP zich op het organiseren en stimuleren van kennisdeling. Het programma is complex, met veel verschillende deelnemers. Om optimaal gebruik te maken van het programma, is het essentieel dat deelnemers uit verschillende programmalijnen en werkpakketten elkaars werkzaamheden begrijpen en elkaar weten te vinden. De fieldlabs spelen hierbij een centrale rol; zij fungeren als testomgevingen waar bedrijven en instellingen nieuwe 6G-toepassingen kunnen uitproberen en ontwikkelen. “Er zijn verschillende 6G-fieldlabs verspreid over het land, waaronder in Groningen (ICCS), Zuid-Holland (Do IoT) en Eindhoven (BIC). Daarnaast wordt gewerkt aan een testomgeving in Twente. In het verleden wisten deze fieldlabs vaak niet van elkaar wat er getest werd. Door deze te verbinden, ontstaat synergie,” legt Aldert uit.
Kennisdeling in de praktijk
Binnen het consortium faciliteert ECP de kennisdeling tussen partners, maar ook met geïnteresseerden buiten het consortium. Hiervoor ontplooit ECP diverse initiatieven. Zo worden interviews, uitgevoerd door ECP-collega’s, samen met partnerprofielen gedeeld op de FNS-website. Daarnaast organiseert ECP maandelijkse 'koffiemomenten' van 30 minuten, waarbij één of twee projectpartners vertellen over hun werkzaamheden binnen het programma.
ECP richt zich tevens op het betrekken en informeren van MKB-bedrijven die nog niet bij het FNS-programma zijn aangesloten. Hiervoor worden speciale MKB-MIT-sessies georganiseerd in samenwerking met de fieldlabs en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s). Op deze manier zorgt ECP ervoor dat innovaties breed worden opgepakt en toegepast in verschillende sectoren van de Nederlandse economie. Aldert benadrukt het belang van partnerschappen: “De nauwe banden met partners zoals Topsector ICT stellen ons in staat de juiste middelen en ondersteuning te verkrijgen om onze activiteiten te organiseren en zo een breed scala aan bedrijven te bereiken.”
Kansen en uitdagingen
Een van de grootste kansen die het FNS-programma biedt, is het creëren van een ecosysteem waarin innovatie kan floreren. Aldert ziet dit als een cruciale succesfactor: “Door een sterke samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen kunnen we ervoor zorgen dat technologieën niet alleen worden ontwikkeld, maar ook daadwerkelijk op de markt worden toegepast.”
Toch zijn er ook uitdagingen. Het programma is complex, met vier grote programmalijnen, een veelvoud van werkpakketten en ruim 60 partners, elk met hun eigen focus. “Een van de grootste uitdagingen is het effectief verbinden van de verschillende onderdelen van het programma. De meest baanbrekende innovaties vinden vaak plaats op het snijvlak van disciplines en kennisgebieden,” aldus Aldert. “Dit vereist goede coördinatie en een gedeelde visie om ervoor te zorgen dat informatie tussen de verschillende partners stroomt en kennis effectief wordt gedeeld.”
Toekomstwens
Aan het einde van het interview deelt Aldert een langgekoesterde wens: het opzetten van een robuuste infrastructuur voor use-cases binnen het FNS-programma. Hij stelt voor een systeem te ontwikkelen waarin informatie over verschillende use-cases en betrokken partijen eenvoudig kan worden gedeeld en uitgewisseld. “Het zou fantastisch zijn als we binnen het FNS-programma iets kunnen bouwen dat samenwerking en kennisdeling tussen verschillende fieldlabs en partners faciliteert en ook buiten het FNS-ecosysteem kan worden gebruikt. Door beter inzicht te geven in wat er waar gebeurt, kunnen we het Nederlandse innovatielandschap versterken. Een dergelijke infrastructuur zou niet alleen de efficiëntie verhogen, maar ook andere fieldlabs en programma's in Nederland ten goede komen,” concludeert Aldert.