Experimenteren om het ijs te breken
Robert Hofsink, al 25 jaar werkzaam bij Philips, deelt in een recent interview zijn inzichten over de rol van innovatieve technologieën zoals 5G en 6G binnen medische beeldvorming en therapieën. Robert werkt momenteel in de Philips Image Guided Therapy-divisie, die zich richt op de ontwikkeling van beeldgestuurde systemen voor minimaal invasieve medische behandelingen, voornamelijk in samenwerking met specialisten zoals cardiologen, oncologen en radiologen.
Medische beeldvorming en connectiviteit
Een belangrijke reden voor Philips om aan te sluiten bij het FNS-programma is het vooruitzicht om te leren over nieuwe netwerkmogelijkheden en vroegtijdig input te leveren op de eisen en standaarden van deze technologieën. "Enerzijds willen we leren van wat mogelijk is met 5G en 6G", zegt Robert, "anderzijds willen we onze input geven in een vroegtijdig stadium aan de architectuur en de algemene vereisten." De focus ligt daarbij op het verbeteren van toepassingen in operatiekamers en cathlabs, waar complexe beeldbewerking cruciaal is.
Philips ziet hierin kansen voor cloud-gebaseerde oplossingen, waarbij algoritmes die nu lokaal in ziekenhuizen draaien, in de toekomst via een cloudinfrastructuur beschikbaar zouden kunnen zijn. Dit vereist echter een zeer betrouwbare en snelle dataverbinding. "Onze medische toepassingen hebben specifieke eisen aan de datatransport en reactietijden," legt Robert uit, omdat artsen tijdens een ingreep in real-time beeldgegevens gebruiken die direct beschikbaar moeten zijn.
Kwaliteit en betrouwbaarheid van service
In medische toepassingen is het cruciaal dat de technologie altijd betrouwbaar werkt, vooral tijdens gevoelige klinische procedures. “Je wilt niet dat halverwege een klinische procedure de cloudverbinding wegvalt,” benadrukt Robert. Daarom onderzoekt Philips hoe de netwerktechnologieën kunnen voldoen aan strenge kwaliteits- en snelheidseisen. Het concept van 'Quality of Service' speelt daarbij een centrale rol, waarbij medische apparatuur onder alle omstandigheden moet blijven functioneren.
Ook de rol van 6G wordt onderzocht, met het oog op het gebruik van draadloze technologieën in complexe omgevingen zoals operatiekamers. “Het zou een grote verbetering zijn als we kabels die nu in de weg liggen, kunnen vervangen door een robuuste draadloze interface”, zegt Robert. Dit zou niet alleen de werkomgeving minder chaotisch maken, maar ook de bewegingsvrijheid voor medisch personeel vergroten.”
Samenwerking binnen het FNS-project
Binnen FNS leidt Philips in werkpakket 3.2 de experimenten rond beeldgestuurde therapieën. Dit betekent dat Philips de 'use case'-eigenaar is, terwijl andere consortiumleden, zoals TNO, Odido en Ericsson, hun expertise inbrengen op het gebied van technologie. “Wij leggen uit hoe onze applicatie eruitziet, en zij komen met suggesties voor experimenten en praktische componenten,” legt Robert uit. Philips voert de experimenten uit in een speciaal lab waar de eerste verbindingen worden getest. Voor de tests zal bijvoorbeeld een antenne op het dak van het Philips-gebouw worden gebruikt om een stabiele 5G-verbinding te bereiken.
Werkpakket 3.2. richt zich op de ontwikkeling van netwerkarchitecturen die de dataverwerkingsbehoeften van complexe medische toepassingen kunnen ondersteunen.
Uitdagingen bij de implementatie van 5G en 6G
Hoewel de technologie veelbelovend is, zijn er ook uitdagingen. Een van de grootste obstakels is de combinatie van vereisten: grote hoeveelheden data moeten in realtime worden verwerkt, met strenge responstijd-eisen. “We verwachten dat onze use case, in vergelijking met andere toepassingen binnen het consortium, strenge eisen stelt aan de mogelijkheden van 5G en 6G”, aldus Robert.
Daarnaast spelen ook externe factoren een rol, zoals de omgeving waarin de technologie wordt toegepast. Operatiekamers zijn vaak voorzien van loodafscherming tegen röntgenstraling, wat een negatief effect kan hebben op het bereik en de stabiliteit van draadloze signalen. Ook de aanwezigheid van andere apparaten die elektromagnetische straling uitzenden, kan tot verstoringen leiden.
Toekomst
Philips heeft al eerder ervaringen opgedaan met cloud-gebaseerde oplossingen, zij het in een bedrade infrastructuur. Deze eerste ervaringen hebben aangetoond dat cloudgebaseerde applicaties kunnen functioneren binnen de workflow van een klinische omgeving. Robert ziet het FNS-programma als een belangrijke vervolgstap: “We willen nu kijken of we dezelfde voordelen van cloud-gebaseerde toepassingen kunnen benutten in een infrastructuur gebaseerd op 5G en 6G.” De experimenten met 5G en 6G onderzoeken architecturen die de betrouwbaarheid, snelheid en flexibiliteit van beeldgestuurde therapieën verbeteren, terwijl ze voldoen aan de strikte eisen van de medische sector. Ik verwacht dat het succes van deze experimenten een ijsbreker kan zijn voor andere toepassingen in de zorg. Zodra overtuigend bewezen is dat draadloze technologie in een medische omgeving veilig en effectief is, kunnen andere bedrijven en afdelingen deze technologie ook gaan inzetten,” sluit Robert af.