Nationaal Groeifonds project Future Network Services van start
Het consortium Future Network Services heeft 61 miljoen ontvangen voor de eerste fase van de ontwikkeling van de volgende generatie mobiele communicatienetwerken: 6G. In juni werd het voorstel voorwaardelijk gehonoreerd met 203 miljoen uit het Nationaal Groeifonds. Het consortium, bestaande uit tientallen telecombedrijven, technische universiteiten en kennisinstellingen, kan nu van start met als doel een sterk Nederlands 6G-ecosysteem te ontwikkelen tussen 2024-2030. De potentie van 6G is veelbelovend omdat het data veel sneller kan versturen dan 5G, met een lage latency.
Groeifonds stimuleert innovatie
De potentie van 6G wordt gerealiseerd door innovatieve netwerktechnologie en 'slimme' halfgeleiders in combinatie met fotonica (gegevensuitwisseling via optische signalen).
Nederland beschikt over kennis en ervaring van wereldklasse op het gebied van netwerkinnovatie, halfgeleiders en mobiele toepassingen. Het FNS-consortium bundelt deze kennis en ervaring om gezamenlijk een slagvaardige positie in te nemen in de ontwikkeling van 6G en de digitale infrastructuur van Nederland.
Door de bijdrage uit het Groeifonds kan een groep van 60 partners samenwerken aan de ontwikkeling van 6G. Deze ontwikkeling draagt bij aan het verdienvermogen van ons land en creëert een sterke concurrentiepositie. Het Groeifonds is het enige subsidie-instrument dat grote innovaties als deze subsidieert en stimuleert. Zonder deze bijdrage was deze grootschalige langetermijnsamenwerking niet van de grond gekomen.
Intelligente hardware en software
Het Future Network Services Consortium richt zich op de ontwikkeling van componenten, netwerken en toepassingen voor 6G. Uniek in dit programma is de geïntegreerde aanpak. Door technologie en toepassingen nauw met elkaar te verbinden, nemen de marktkansen voor Nederlandse bedrijven die actief zijn in radiocomponenten, antennes en netwerksoftware toe.
Zo draagt FNS bij aan de concurrentiepositie van Nederland met een krachtige digitale infrastructuur. Hierbij wordt rekening gehouden met de opbouw van kennis en expertise die nodig is in het academisch onderzoek, het hoger beroepsonderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en het midden- en kleinbedrijf om 6G-innovaties te ontwikkelen.